Cahors is de hoofdstad van het departement de Lot. De stad ligt in een lus van de Lot, op 35 km van Saint-Matré. Een prachtig zicht op de stad heb je vanop het point de vue (uitzichtspunt) op de Mont Saint-Cyr.
Cahors is een stad van 6.500 ha (dus 10 keer zo groot als Saint-Matré in oppervlakte) en 20.000 inwoners (160 keer zo veel als Saint-Matré). Cahors werd gesticht door de Romeinen en in de Middeleeuwen was het een bloeiend handels- en universiteitscentrum.
De Pont Valentré is een wereldberoemde brug. Het is een versterkte 14e eeuwse brug over de Lot waarvan de bouw in 1308 gestart werd. De zeven bogen spannen zich majestueus over de brede rivier. Aan de zware, 40m hoge torens met hun schietgaten en de puntige, gekanteelde stroombrekers is duidelijk te zien dat de brug deel uitmaakte van de middeleeuwse verdedigingswerken.
De middelste toren, die dienst deed als uitkijkpost, kan men in de maanden juli en augustus beklimmen.
De lange bouwperiode van de brug heeft aanleiding gegeven tot het ontstaan van een aardige legende.
Om de werkzaamheden sneller te doen verlopen sloot de bouwmeester een overeenkomst met de duivel, die tegen de gebruikelijke vergoeding bereid was een handje te helpen. Bij het naderen van de voltooiing kreeg de bouwmeester het zwaar benauwd en hij verzon een list om zijn ziel te redden: de duivel moest in een zeef water aanvoeren, dat nodig was voor de bouw. Het resultaat laat zich raden. Razend om zijn nederlaag brak satan een steen van de middelste toren, die daardoor dus niet voltooid werd. Pas tijdens de restauratie in 1879 werd het gebrek verholpen en de nieuwe steen wordt gemarkeerd door een gebeeldhouwd duiveltje dat zichtbaar moeite doet de steen weer los te wrikken. Gezien vanaf de stad ontdekt u het beeldje hoog op de rechterhoek van de middelste toren.
Het oude stadsgedeelte van Cahors is zeker de moeite waard. De wandeling langs de ‘jardins sécrets’ (verborgen tuinen) kan daarvoor je ideale gids zijn. Cahors werd meermaals bekroond voor dit initiatief.
Een typisch en charmant stadje op 12 km van Saint-Matré, dat terecht fier is op zijn geurige en kleurrijke zondagochtendmarkt. Hier is het in het hoogseizoen over de koppen lopen. Vanop het marktplein kan je ook via smalle steegjes de klim doen naar de donjon-toren die over de streek uitkijkt.
Deze stadjes en dorpen vergasten hun bezoekers elk op hun beurt met fantastische points de vue, schitterende (wijn)kastelen, kanoën op de Lot, middeleeuwse binnenpleinen waar de tijd eeuwen lijkt stilgestaan te hebben … en dit alles binnen een straal van ca 25 km rond Saint-Matré.
Dit buitengewoon prachtig middeleeuws stadje is ondertussen uitgegroeid tot een echt kunstenaars- en ambachtendorp. Het is gelegen op een rotswand die boven de oevers van de Lot uitsteekt. De weg van Cahors naar Saint-Cirq-Lapopie loopt langs de rotsen, en is op zich al een verplaatsing waard, maar het summum is uiteraard Saint-Cirq-Lapopie zelf. Laat trouwens je wagen op de parking beneden staan en ga te voet via de bewegwijzerde wandeling naar dit formidabel dorp, waar je je terug in de middeleeuwen waant. Een super-aanrader.
Dit wereldbekend bedevaartsoord hangt als het ware aan een 120 meter hoge rots en is gelegen op de route naar Santiago de Compostella. Het is genoemd naar de heilige Saint Amadour. De zwarte madonna lokte in de middeleeuwen maar liefst 30.000 pelgrims per dag. Velen daarvan kwamen niet zomaar uit eigen aansporing, maar de bedevaarttocht was hen opgelegd als boetedoening. De boeteganger moest bij aankomst in Rocamadour een harenkleed aantrekken met kettingen aan hals en armen.Vervolgens moest hij op zijn knieën de grote trap omhoog die van het dorp leidt naar het heiligdom. Voor het altaar van de kapel smeekte hij om vergiffenis. Daarboven kreeg hij een verklaring als ware het een kwitantie. Vervolgens kreeg hij het loden pelgrimsteken. Doe zelf de wandeling van het dorp tot aan de kapel, en je zal maar al te goed beseffen dat dit een verschrikkelijke boetetocht moet zijn geweest. Op ca 70 km van Saint-Matré.
Sarlat is een sprookjesachtig, middeleeuws stadje, gelegen tussen de Dordogne en de Vézère, ineengedoken in het golvende landschap. Even beroemd als Brugge bij ons, loont het alvast de moeite het oude stadsgedeelte te bewonderen. Sarlat kan bogen op het grootste aantal geclasseerde bouwwerken in Europa per vierkante kilometer. Wandelen door de kleine steegjes. Op ca 60 km van Saint-Matré.
Bijna elke dag is er wel een marktje in de buurt. Deze vinden meestal in de voormiddag plaats en hier en daar zijn er ook avondmarkten.
Voor de echte levensgenieters worden tijdens het hoogseizoen in de streek verschillende ‘soirées gourmandes’ georganiseerd. Op een klein, gezellig avondmarktje kan je de streekproducten en wijnen gaan proeven en zo aan de kraampjes jouw maaltijden samenstellen. Je kan kiezen tussen verschillende voorgerechten, hoofdgerechten en desserts. Wil je enkel een glas wijn drinken met een dessert, dan is dat ook mogelijk natuurlijk. De keuze is volledig aan jou en iedereen kan eten waar hij of zij op dat moment zin in heeft. Je schuift aan één van de tafels aan en geniet van het eten, de wijn, het gezelschap en de muziek. Er is muzikale animatie en dus wordt er gedanst en gezongen en kan het feest tot laat doorgaan…
Deze imposante burcht uit de 13de eeuw werd in de 15de eeuw omgebouwd tot een schier oninneembaar bolwerk. Op 25 km van Saint-Matré. Kan bezocht worden. Langs de heuvel die naar het kasteel leidt, heb je een klimmend wandelpad dat de moeite loont en je langs enkele kleine winkeltjes leidt waar ambachtslui het resultaat van hun kunnen te koop aanbieden.
Het kasteel is gelegen op de grens van de Périgord en de Agenais en was de zetel van één van de vier baronieën van de Périgord: de Périgord Pourpre.
Wat de bouwstijl betreft heeft elke eeuw zijn stempel achtergelaten: middeleeuws, gotiek, renaissance tot Versaille-stijl. Het voorkomen van al deze verschillende bouwstijlen naast elkaar zorgt voor een uitzonderlijke architectuur.
Het kasteel is volledig ingericht waardoor je een goed beeld krijgt van hoe de mensen er vroeger leefden. Het diende als decor voor verschillende films. (± 40 km)
In de twee kilometer lange grot zijn prehistorische rotstekeningen te vinden die gerekend worden tot de mooiste van Frankrijk. Tevens is het een prachtige druipsteengrot.
In de grot kan men onder andere tekeningen bewonderen van bizons, paarden, mammoeten, oerossen, herten en figuren waarvan de betekenis onduidelijk is. Daarnaast vindt men in deze grotten gestencilde handen. Met deze techniek wordt de hand tegen de rots gedrukt en wordt er kleurstof in poedervorm overheen geblazen. Op deze manier ontstaat een afdruk van de hand op de rots. Ook bevinden zich in de grotten tekeningen van mensen en een aantal versteende voetafdrukken.
De bekendste afbeelding is die van het gestippelde paard (Cheval de Pomelé). Ook de negatieve handafdruk met de dertien stippen is erg bijzonder.
Het bestaan van het grottenstelsel was al bekend aan het begin van de 20e eeuw, maar de grot met de tekeningen is in 1922 ontdekt door twee Franse jongens van 15 en 16. In de loop der jaren is in de nabije omtrek nog een tiental andere grotten ontdekt met rotstekeningen, maar alleen Pech Merle is opengesteld voor het publiek. Deze openstelling is overigens beperkt: er mogen maar 700 bezoekers per dag de grot in. Het is dus aan te raden (en in de zomer zeker noodzakelijk) op voorhand te reserveren.
Net als in de bekendere grot van Lascaux (zie onder) zijn de tekeningen in de grot van Pech Merle zo’n 25.000 – 17.000 jaar geleden gemaakt door de Cro-Magnonmens.
De schilderingen hebben vooral dieren als onderwerp: bizons, herten, neushoorns, runderen, paarden, rendieren en stieren. De tekeningen en de (aard)kleuren zijn goed bewaard gebleven. Veel “schilderingen” hebben geheel gekleurde vlakken, andere zijn uitgevoerd als krachtige lijntekeningen en gravures.
De grot wordt echter bedreigd door bacteriën en schimmels. Wetenschappers hebben schimmels ontdekt – kleine witte donsharen op de bodem en de zijwanden. Het is niet de eerste keer dat er zich problemen voordoen. In 1963 moest men het publiek al de toegang ontzeggen, omdat er vorming van groene algen en schimmels, die te wijten zijn aan een onophoudelijke toeloop. Sindsdien is de grot niet meer voor publiek toegankelijk; in de onmiddellijke nabijheid in een naburige grot is echter een replica (Lascaux II) gemaakt die wél voor het publiek toegankelijk is. Deze replica is beter geschikt voor de ontvangst van grote stromen bezoekers en bovendien aangepast voor gehandicapten. De bouw startte in 1972 op 200 meter van de grot en was in 1984 gereed.